Menu Sluit
EN

“Ik vind dat wij een grote verantwoordelijkheid hebben naar die mensen in deze stad die geen toegang tot kunst hebben.”

Jeroen Chabot Directeur Willem de Kooning Academie

We zitten in de werkkamer van Jeroen Chabot, directeur van de Willem de Kooning Academie, in het pand aan de Blaak. Voordat we het interview beginnen staat Jeroen op om de ramen dicht te doen en zo het lawaai van het langsrazende verkeer buiten te sluiten.

Wij voeren ons gesprek naar aanleiding van het bericht dat SKAR in een schoolgebouw op de Putsebocht op Rotterdam Zuid ateliers gaat verhuren aan alumni van de Willem de Kooning Academie. In dat pand wordt ook plaats gereserveerd voor docenten van de Academie om de net afgestudeerde kunstenaars te begeleiden. Twee aspecten die mijn belangstelling hebben getrokken zijn allereerst de wens dat de kunstenaars een relatie aangaan met de buurt en ten tweede dat naast SKAR en de WdK Academie ook het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) van Marco Pastors er bij betrokken is.

Hoe ziet Jeroen Chabot de samenwerking met deze twee partijen? En wat wordt er van de kunstenaars verwacht?

“Het is heel simpel. Olof van de Wal kwam naar mij toe met de wens een gebouw ter beschikking te stellen voor afgestudeerden met een rol voor de buurt. Dat laatste, dat element van je actief verhouden tot je directe omgeving vinden wij belangrijk en daar haken wij graag op in.

Die behoefte van ons als academie om relevant te zijn, om ons onderwijs te delen met de wereld waarin je je manifesteert, die uit zich hier in de samenwerking met SKAR in zo’n broedplaats-achtige situatie. Wij geven deze afgestudeerden de mogelijkheid om met begeleiding van de academie een professioneel bedrijf op te zetten en op te schalen. Na drie tot vijf jaar moeten ze er dan weer uit om plaats te maken voor nieuwe recent afgestudeerden, dat is de bedoeling.

Voor Marco Pastors is werk de motor van de ontwikkeling in Zuid. En wil je werk hebben dan moet je onderwijs genoten hebben. Maar de uitval van met name studenten met een niet westerse achtergrond in het MBO, en zeker in het HBO, is gigantisch hoog. Zonder op zijn minst MBO heb je nauwelijks toegang tot de arbeidsmarkt. En de kloof tussen de mensen die de kansen die er zijn ook daadwerkelijk kunnen benutten en de groep die dat niet kan wordt steeds groter. Daar heeft het onderwijs een belangrijke rol in te spelen en ik denk dat wij in het algemeen veel kansen laten lopen. In zoverre kunnen wij met Marco Pastors heel goed door een deur.

Wij doen in onze eigen onderwijspraktijk heel veel verkeerd; deze academie is een overwegend witte school, met studenten die voortkomen uit milieus waar vaak de ouders ook hoger onderwijs hebben genoten.

Ik vind dat wij een grote verantwoordelijkheid hebben naar die mensen in deze stad die geen toegang tot kunst hebben. Ook vind ik dat wij een plek moeten bieden voor die creatieve jongeren die we nu niet bereiken, die we niet zien. Dat komt omdat wij nauwelijks toegankelijk zijn voor een grote groep jongeren, wij vertalen namelijk alles in een jargon dat deze mensen onmiddellijk op achterstand zet. We vragen een vooropleiding en wij vragen een portfolio met ik weet niet hoeveel tekeningen en werkvoorbeelden. Die hebben ze niet.

Door in die wijk aanwezig te zijn en te laten zien dat je met bijvoorbeeld film of spoken word en performances, kunstvormen die heel dicht bij elkaar liggen, ook wat kan, bereiken we waarschijnlijk juist die jongeren die nu buiten de boot vallen.

De begeleiding op de Putsebocht voor de alumni zelf gaat met name over de manier waarop je een beroepspraktijk op poten zet en over wat je kan doen vanuit het atelier daar, voor de buurt. Het eerste wat je moet doen is in contact komen met de mensen. En met ze praten: wat willen jullie, wat verwachten jullie van ons? Ik weet niet wat er gaat gebeuren daar, welke vormen van samenwerking er komen, maar ik verwacht spannende en inspirerende oplossingen voor problemen waar de mensen uit die buurt mee komen.

We hebben dit plan uitgezet onder drie generaties van studenten die de afgelopen vijf jaar afgestudeerd zijn. We weten niet hoeveel mensen geïnteresseerd zijn, maar denken dat het een prachtige kans is om versneld een mooie werkruimte te hebben.

De kunstenaars gaan daar individueel een huurcontract aan en starten dan hun bedrijf. We moeten wel voldoende massa genereren waaruit we kunnen selecteren. Uit de geïnteresseerden moeten we een zo sterk mogelijke bezetting maken. Het zal niet makkelijk zijn genoeg gegadigden te vinden, want zo’n atelier huren kost natuurlijk wel geld, huren is duurder dan kraken.

Ons kunstonderwijs hier op de WdK is gebaseerd op drie afstudeerrichtingen:

Autonomous, Commercial en Social Practices.

We kijken naar een mix van alle drie de Practices, zodat de alumni daar op de Putsebocht de volledige waaier van mogelijkheden in de kunst laten zien.  En, wat niet onbelangrijk is, dat je ook gewoon goed geld kan verdienen in de kunst. Het is een beroep wat status heeft en waar je trots op kan zijn.

Wat onze studenten gemeenschappelijk hebben, welke Practice ze ook hebben gedaan, is engagement voor de samenleving en de behoefte relevant te zijn. En dat gaan ze daar laten zien.

Door dat op Zuid te doen, op die plek, kunnen we diezelfde relevantie die zo hoog in het vaandel van ons curriculum staat, ook tot uitdrukking brengen in de activiteiten die er vanuit dat ateliergebouw ontwikkeld worden. In die zin willen we daar een plek in hebben.